
Ostia Antica was in de oudheid de havenstad van Rome. Deze antieke plaats is een van de best bewaarde Romeinse steden in Italië en vanuit Rome een topbestemming voor een fraaie daguitstap. Ideaal om te combineren met enkele uurtjes aan het strand in Lido di Ostia, slechts twee haltes verderop.

Praktisch:
- Neem de treno Ferrovia Roma-Lido vanuit het (metro)station Ostiense en stap af aan halte Ostia Antica. Een gewoon ticketje openbaar vervoer (€ 1,50) volstaat.
- Steek de autostrade over via de voetgangersbrug.
- Op het kruispunt ga je rechtdoor en kom je automatisch uit op de parking met de kassa en de toegang tot het park.
- Koop je ticket aan de kassa of op voorhand online (website).
- Er is een klein museum en een bar met snacks.



De naam “Ostia” is afgeleid van het Latijnse ostium, riviermonding. De stad lag ooit aan de monding van de Tiber in zee maar door eeuwenlange verzanding ligt ze nu enkele kilometers in het binnenland. Volgens de overlevering is de stad gesticht door de vierde koning van Rome Ancus Martius. Maar waarschijnlijk is ze al veel ouder en gesticht door de Etrusken.



In de vierde eeuw v. Chr. veroverden de Romeinen de stad en stichtten er een versterkte burcht omdat ze Ostia als militaire haven wilden gebruiken. In de tweede eeuw v.Chr. werd ze ook een belangrijke handelshaven. Na plundering door piraten werd besloten de stad te beschermen met een omwalling.



In het begin van de keizertijd bloeide de stad op en werd ze verfraaid met een aquaduct, tempels, een mooi forum en een marmeren theater. De Joodse gemeenschap bouwde een synagoge. In de tweede eeuw beleefde de stad zijn hoogdagen onder keizers Trajanus, Hadrianus en Antoninus Pius waarbij oude gebouwen werden afgebroken en nieuwe er bovenop werden gebouwd (die vandaag zichtbaar zijn).



In de derde eeuw werden er nieuwe havens gebouwd enkele kilometers verderop in Portus waardoor Ostia aan belang verloor. Tijdens de vroege middeleeuwen raakte de stad al snel in verval. De site werd voornamelijk gebruikt om bouwmaterialen te verzamelen. Pas in 1801 werd dit door paus Pius VII verboden.



In de 19de eeuw begonnen de opgravingen en restauraties. Reeds in 1865 werd er een klein museum opgericht. Onder Mussolini vonden er grootschalige opgravingen plaats. Vandaag is ongeveer 2/3 van de oude stad blootgelegd.



Tijdens je wandeling op de site kom je alle onderdelen van een bloeiende stad uit de oudheid tegen. Stadsmuren en poorten. Het forum met de curia, basilica en tempels. Vele pakhuizen waar graan, zout, olie en wijn werden opgeslagen. De pakhuizen hadden vaak een verhoogde vloer voor luchtcirculatie zodat de waren niet beschimmelden.



Met 50.000 inwoners was er uiteraard ook veel detailhandel zoals bakkers, vishandelaren, slagers, wijnverkopers, gildehuizen, werkplaatsen, enz… Er zijn fraaie woningen voor de adel en appartementen voor de gewone inwoners. De stad telde 17.000 slaven. Een aparte groep vormden de brandweerlui die een grote kazerne bezaten. Ze waren met meer dan 300 leden.



Er zijn 18 thermen teruggevonden. Ze waren fraai versierd met marmer en mozaïeken die vandaag nog deels te bewonderen zijn, een van de hoogtepunten van dit archeologisch park.



Het schitterende theater is nog grotendeels bewaard. Het bood plaats aan 3000 toeschouwers. Tussen de steunbogen bevonden zich 16 winkels. Oorspronkelijk waren er drie niveaus waarvan er vandaag nog twee bewaard zijn gebleven. Ook vandaag nog wordt het theater gebruikt voor zomervoorstellingen.



Buiten de stadsmuren vind je de necropolis. Als je vanuit de ingang van het park naar het theater wandelt, kom je de begraafplaats als eerste tegen. Waar vandaag de Cattedrale di Sant’Aurea staat in het gehuchtje Ostia was ook ooit een begraafplaats gelegen waar in de 3de eeuw de martelares Aurea werd begraven.