Voor het vierde bezoek aan het Museo Nazionale Romano trek ik opnieuw naar het centrum van de stad. De Via delle Botteghe Oscure is een zijstraat van het drukke Largo di Torre Argentina, waar je een prachtige archeologische site kan bewonderen. In het begin van deze straat (op nr. 31) vind je de ingang van Crypta Balbi. Deze straat dankt haar naam aan de talrijke commerciële en ambachtelijke activiteiten die in de middeleeuwen tussen en op de ruïnes van het Teatro di Balbo waren gevestigd, veelal in donkere gebouwen zonder ramen (duister = oscuro). De tram vanuit Trastevere die vroeger halt hield aan de Largo di Torre Argentina, rijdt door deze straat met als eindhalte Piazza Venezia.

De opzet van het museum Crypta Balbi is totaal anders dan de drie andere vestigingen die ik reeds bezocht. De vrij te bezoeken tentoonstellingsruimte is redelijk beperkt, hier ben ik vrij snel rond. De echte schatkamer bevindt zich echter achter een gesloten deur. Ik meld me aan bij de kassa voor een geleid bezoek. Dat hoef je niet vooraf te boeken, er zijn gelukkig elke dag meermaals geleide bezoeken in het Italiaans of Engels voorzien en dit volledig gratis.

Het museum is verdeeld in enkele gebouwen uit verschillende opeenvolgende historische periodes. Het museum vertelt zo het gelaagde verhaal van dit complex sinds de oudheid tot de twintigste eeuw: van het Teatro dit Balbo, het stedelijke landschap uit de vijfde eeuw, middeleeuwse kerken, huizen en winkels tot en met het Conservatorio di Santa Caterina della Rosa. Een verhaal dat je op iedere straathoek van Rome kan vertellen natuurlijk en dat maakt Rome nu net zo fascinerend.

Het theater van Lucius Cornelius Balbus dateert uit de eerste eeuw en bood plaats aan 11.500 toeschouwers. Met een diameter van 90 meter was dit het kleinste van de drie theatergebouwen op het Marsveld. Het theater bestond uit drie verdiepingen met open arcaden en was gedecoreerd met Egyptische onyx en marmer van de duurste kwaliteit. Achter het podium bevond zich een grote porticus: de Crypta Balbi. Dit was een rechthoekig plein, omsloten door open zuilengalerijen waar de toeschouwers tussen de voorstellingen konden pauzeren. In het midden van dit fraaie plein was tevens een tempel gebouwd.

Lucius Cornelius Balbus was een Romeinse politicus en generaal en de kleinzoon van consul Lucius Cornelius Balbus Maximus (40 voor Chr). Hij werd geboren in Spanje als telg van een rijke adellijke familie. Een aantal succesvolle militaire campagnes zorgden in Rome voor eeuwige roem, onder meer als proconsul van Afrika, waardoor hij zich de bouw van een theater dat zijn naam draagt, kon veroorloven. Na de grote brand in 80 werd de porticus herbouwd. De zuilengalerijen werden vervangen door een gebouw met meerdere verdiepingen en de buitenmuur werd dichtgemetseld. De tempel in de porticus werd omgebouwd tot een kerk en in de halfronde aanbouw werd glas gemaakt en marmer verbrand. Deze glasoven is nu nog steeds te zien.

In 1541 bouwde men op de ruïnes van de porticus het Palazzo Mattei de Paganica. In de kelders van dit gebouw werd het huidige archeologische museum uitgebouwd. In de jaren ’80 van vorige eeuw werd gestart met de grootschalige opgravingen van dit complex. Ondanks eeuwen van roofbouw en vernielingen bleken veel resten van het oorspronkelijke complex nog goed bewaard. Achteraan stonden zelfs enkele muren van de porticus nog overeind, sommige tot 12 meter hoog, goed verborgen achter muren uit latere tijden. De opgravingen leverden een ware schat aan informatie op. Men vond niet alleen duizenden voorwerpen uit de verschillende tijden waaronder veel aardewerk maar ook fragmenten van glaswerk, munten en honderden voorwerpen van metaal, been, ivoor, edelstenen en werkmateriaal om luxeartikelen voor kleding en juwelen te vervaardigen.

Na een half uurtje wachten verschijnt de gids. Een knorrige dame in strak blauw uniform opent met een grote bos sleutels de beveiligde doorgang. Na een nauwe doorgang opent zich een grote open ruimte die volledig ingenomen wordt door de opgravingen. Het complex is veel groter dan ik dacht en ademt een aparte sfeer uit. Op een drafje worden we meegenomen naar de gebouwen uit de verschillende periodes. Jammer genoeg zegt de zogenaamde gids niets behalve dat we moeten voortmaken. Iedereen kijkt elkaar aan en niemand durft iets vragen. Een gemiste kans toch. Ik begrijp dat het zondagnamiddag is en niet leuk om te moeten werken op dit tijdstip maar waarom selecteren ze niet iemand die wel enthousiast en gedreven is om dit stukje waardevolle archeologie met de geïnteresseerde bezoeker te delen?

Ik ben de enige die af en toe bliksemsnel een foto maakt en daardoor enkele meters achterop geraak, wat me telkens een priemende blik van het geüniformeerde mens oplevert. Na amper 20 minuten staan we alweer buiten. Ik neem me voor om hier zeker nog een keertje terug te komen maar dan vraag ik wel vooraf een uitgebreid geleid bezoek door een ervaren gids aan. Je bent dus gewaarschuwd…

Toch ben ik ondanks dit blitzbezoek zeer onder de indruk van het complex. Enkel in dit deel van het Museo Nazionale Romano kan je namelijk de authentieke sfeer van het antieke Rome en de latere periodes daadwerkelijk proeven omdat je gewoon midden de restanten staat. Je wandelt op de antieke straatstenen, je leest de structuur van de vergane gebouwen af aan de nog aanwezige zuilen en muren. En daarom alleen al, beste lezer, beveel ik je ook dit vierde deel van het fantastische Museo Nazionale Romano van harte aan.
Adres ingang: Via delle Botteghe Oscure 31. Deze plek kom je tegen in de Romewandeling “Joodse getto en Tibereiland”.