De basilica di S. Sabina

Vanuit de appelsienentuin op de Aventijn heb je een fraai zicht op de apsis van een machtige Romaanse basilica: de Santa Sabina. Ze werd gesticht in de 5de eeuw door priester Pietro d’Illiria onder het pontificaat van paus Celestijn I en is een prachtig voorbeeld van een vroegchristelijke kerk. Ze werd opgericht boven het huis van de heilige Sabina, een martelares waarvan weinig geweten is.

Santa Sabina

Sabina leefde in de tweede eeuw n.C. en was lid van een adellijke Romeinse familie. Op jonge leeftijd werd ze uitgehuwelijkt aan senator Valentinus. Ze bekeerde zich tot christen dankzij haar dienstmeid Serapia en bezocht de catacomben om andere christenen op te zoeken. Tijdens een misviering werd ze gevangen genomen en ter dood veroordeeld door prefect Elpidius. Zij en haar dienstmeid werden onthoofd. Om haar relieken te bewaren en te verereren werd deze kerk gebouwd en werd ze heilig verklaard.

Santa Sabina

Tijdens de barokperiode werd de kerk grondig gerestaureerd door Fontana en later door Borromini. In de 19de eeuw beslist met om de barokke versieringen terug weg te halen en het middeleeuwse uiterlijk van de basiliek te herstellen. In 1870 werd de kerk een tijdje ontwijd en gebruikt als ziekenhuis maar begin 20ste eeuw werd ze in ere hersteld.

Let op de 24 antieke zuilen met corinthische kapitelen. In de 13de eeuw schenkt paus Honorius III de kerk aan de stichter van de Dominicanenorde die er leeft en werkt tot aan zijn dood. 

De legende vertelt dat hij hier iedere dag kwam bidden tot woede van de duivel. Deze gooide een zware steen maar die kon hij ontwijken. Er rest een barst in de vloer en de zwarte duivelssteen wordt bewaard in een hoekje.

Santa Sabina: duivelsteen

De romaanse campanile dateert uit de 10de eeuw en werd gerestaureerd tijdens de barokperiode. Traditioneel draagt de paus in deze basiliek de mis op op Aswoensdag. Deze traditie ontstond ten tijde van paus Gregorius I en werd na twee periodes van onderbreking hernomen door paus Johannes XXIII en zijn opvolgers.

Voor de kerk lag vroeger een vierkant atrium dat afgebroken werd om een klooster voor de orde te bouwen. Een waar meesterwerk is de houten toegangspoort van de kerk met schitterend houtsnijwerk. Deze dateert uit de 5de eeuw en bestond uit 28 panelen die taferelen uit het OT en NT verbeelden. Vandaag resten er nog 18 in goede staat. Sommige scènes zoals de kruisiging van Christus behoren tot de oudste gekende ter wereld.

In het klooster staat volgens de legende een appelsienenboom die door de heilige Domenicus geplant werd in 1220 en daarmee de oudste boom in Rome. De heilige zou zaadjes hebben meegebracht uit Spanje en dit zou de eerste boom van deze bittere soort in Rome zijn. De boom is zichtbaar door een gat in de kerkmuur. Toen Catharina van Siena aan paus Urbanus VI in 1379 vijf geconfijte sinaasappels schonk, zou ze die van deze boom hebben geplukt.

Santa Sabina

In 1287 komen de kardinalen hier samen in conclaaf om een nieuwe paus te kiezen. Rome wordt getroffen door een zware malaria-epidemie en er sterven zes kardinalen. De andere kardinalen slaan op de vlucht behalve kardinaal Girolamo Masci. Als de kardinalen een jaar later terug samenkomen, verkiezen ze hem tot nieuwe paus (Nicolaas IV).