De Servische muur
Wie Rome bezoekt, heeft zeker en vast al eens vol bewondering naar de indrukwekkende stadsmuren gekeken. Doorheen de geschiedenis zijn er op verschillende tijdstippen verdedigingsmuren gebouwd waaronder de muur van Servius Tullius, de Vaticaanse muren uit de renaissance en de Aureliaanse muur genoemd naar bouwheer keizer Aurelianus.
De Aureliaanse muur is nog voor een groot deel zichtbaar in de stad, je kunt deze Romewandeling van 17 km maken op zoek naar de imposante resten van de torens en wallen. Weinig zichtbaar maar veel ouder is de Servische muur, gebouwd door koning Tarquinius Priscus en in de zesde eeuw v.C. afgewerkt, vergroot en van een diepe gracht voorzien door zijn opvolger koning Servius Tullius. In de vierde eeuw v.C. vielen de Galliërs Rome binnen en werd de muur grotendeels verwoest. Nadat de Galliërs verjaagd werden, moest de muur opnieuw gebouwd worden en werd ook de Aventijn binnen de stadsgrenzen genomen.
De muur was opgetrokken uit gestapelde tufblokken zonder cement. De hoogte was (waarschijnlijk) 10 meter en de lengte ongeveer 11 km. Waar mogelijk liep de muur over de heuveltoppen. Op vlak terrein werd de muur extra verstevigd met een agger (= aarden wal) en een diepe gracht.
In dit artikel gaan we op zoek naar plekken in Rome waar nog resten van deze muur zichtbaar zijn. Deze fragmenten stammen meestal uit de tijd van de heropbouw (vierde eeuw v.C.). De belangrijkste reden waarom er zo weinig over gebleven is: de tufblokken waren later zeer gegeerd als fundament bij de bouw van kerken en palazzi. Op onderstaande kaart zijn er 15 plaatsen gemarkeerd die verderop in het artikel worden besproken:
Op onderstaande kaart (bron Wikipedia) zie je duidelijk dat de omtrek van deze muur veel kleiner is. De zwarte lijn is de Aureliaanse muur en de rode lijn de Servische. Net zoals in de Aureliaanse stadsmuur waren er stadspoorten verwerkt maar die waren enkel bedoeld als doorgang en hadden geen verdedigingsfunctie zoals de latere monumentale stadspoorten. Keizer Augustus liet een aantal poorten restaureren en sommige werden daarbij versterkt uitgebouwd. Er waren 16 tot mogelijks zelfs 19 poorten. Omdat Rome uit vele lagen bestaat is het niet altijd mogelijk om de exacte locatie of het bestaan ervan te kunnen aantonen.

Servius Tullius was de zesde koning van Rome en afkomstig uit een Etruskisch geslacht. Volgens de overlevering was hij zoon van een slavin aan het hof van koning Tarquinius. Toen die vermoord werd, kon hij hem opvolgen dankzij de hulp van koningin Tanaquil. Hij probeerde zich nadien te verzoenen met de zonen van Tarquinius maar dat draaide fataal voor hem af: hij werd afgezet door de Senaat en vermoord. Zijn eigen dochter reed met haar wagen over zijn lijk en werd de volgende koningin onder Tarquinius II “de hoogmoedige”.
Een van de bekendste plekken om een stukje van de muur te bekijken is station Termini. Zowel naast de ingang van het station als ondergronds in het winkelcentrum zijn grote blokken te vinden, resten van de muur en de verdwenen Porta Viminalis.


Niet zo ver van Termini vind je op het kruispunt Via Carducci met Via A. Salandra een “geknipt” stuk stadsmuur. Zowel aan de linker- als de rechterkant staat nog een stuk stadsmuur recht op het voetpad langs de straat. Een mooi stukje stadsmuur wordt hier beschermd door een overkapping met bogen verwerkt in een gebouw.

Niet ver hiervandaan op Largo di Santa Susanna vind je Palazzo Canevari waar het museo geologico tot 1995 was gevestigd. In de kelders werden resten van de Servische stadsmuur, een woning en een tempel opgegraven (niet zichtbaar vanop straat).

Aan de andere kant van Termini niet ver van de basiliek S. Maria Maggiore vind je naast de kerk S. Vito de Arco di Gallieno (= Porta Esquilina). Een goed bewaarde antieke triomfoog uit de derde eeuw op de plek waar ooit een stadspoort stond van de eerste muur. Naast de grote doorgang waren aan beide zijden kleinere voetgangerspoorten maar die werden later afgebroken.

Aan de andere kant van de kerk S. Vito in Via Carlo Alberto vind je nog een opvallend stukje verwerkt in de gevel van nr 45 en ondersteund met rode bakstenen.

Op Piazza Manfredo Fanti vind je de Casa dell’Architettura, oorspronkelijk het Aquarium van de stad Rome. In het parkje voor de ingang vind je een heel mooi stuk bewaarde tufblokken uit de Servische muur.

Op Largo Giacomo Leopardi vind je de Tempio di Mecenate, resten van een auditorium van een villa van een adviseur van keizer Augustus. In de gevel zijn enkele tufblokken verwerkt. Op onderstaande foto zie je ze helemaal links onder het grote raam.

Een mooi voorbeeld van hoe de tufstenen als fundament werden gebruikt is te zien in Via Equizia. Bovenop staat de basiliek SS. Silvestro e Martino ook de S. Martino ai Monti genoemd. Het gaat duidelijk om herbruik want tussen de blokken is cement te zien, wat niet gebruikt werd in de originele muur. Op onderstaande foto is goed het donker gekleurde deel van het fundament te zien onderin de zijgevel.

Op het rondpunt van Largo Magnanapoli is een groen perkje met een rijtje blokken te zien, mogelijks afkomstig van de verdwenen Porta Sanqualis.

Aan de linkerzijkant van het Altare della Patria voor de trap bij de ingang van het Museo centrale del Risorgimento vind je enkele groen bemoste tufsteenblokken. Het zouden resten zijn van de Porta Fontinalis. Het plekje is omzoomd met bloembakken.

Op de archeologische site van S. Omobono stond ooit de Porta Triumphalis. Het archeologische gebied rond de kerk werd blootgelegd in de jaren ’30. Er werden resten ontdekt van een tempel van Servius Tullius. Toen deze verdween werden er 2 nieuwe tempels gebouwd gewijd aan Mater Matuta en Fortuna. In de 6de eeuw werd op de resten van de tempels de kerk S. Salvatore in Portico gebouwd, nog later de huidige kerk S. Omobono.

In de buurt van de stadspoort S. Paolo (Aureliaanse muur) liggen beide muren heel dicht bij elkaar. Op Piazza Albania aan de voet van de Aventijn neem je Via di S. Anselmo. Meteen aan je rechterkant zie je goed bewaarde resten van de Servische stadsmuur. Op piazza Albania stond de nu verdwenen Porta Raudusculana. Aan de overkant van de piazza is er nog een sterk verweerd stukje te vinden (naast het BNL bankkantoor).

Ook op de Aventijn ligt de basiliek S. Balbina. Op de binnenplaats van het bijhorende klooster zijn er delen van de stadsmuur verwerkt in de kloostermuren (niet zichtbaar vanop straat).

Op de heuvel Celio zijn er ook resten terug te vinden van de stadsmuur. Op de kruising van Via Claudia met Via di S. Paolo della Croce staat de Arco di Dolabella e Silano (= Porta Caelimontana), één van de poorten uit de Servische muur die later werd opgenomen in het aquaduct van Claudius.
