Op wandelafstand van Piazza del Popolo in een zijstraat van Via Flaminia kun je het Museo Hendrik Christian Andersen bezoeken (gratis toegang). Het museum wordt beheerd door de Direzione Musei Statali della città di Roma en is elke dag geopend van 9u30 tot 19u30 behalve op maandag.

Het palazzo waarin het museum is gevestigd werd gebouwd tussen 1922 en 1925, ontworpen door de kunstenaar zelf als zijn woonruimte met atelier. In 1935 werd het palazzo verhoogd met een extra verdieping versierd met een strook van allegorische schilderijen in neorenaissancestijl.

Het gebouw kreeg de naam “Villa Hélène” en werd in 1940 – het jaar van zijn dood – aan de Italiaanse staat geschonken en later ingericht als museum met meer dan 400 werken.

Op het gelijkvloers bevinden zich de galerij en het atelier waar de monumentale beelden, portretbustes en zijn projecttekeningen voor het World Centre of Communication worden tentoongesteld.

De eerste verdieping was vroeger ingericht als zijn woonruimte. Er staan nog heel wat persoonlijke spullen opgesteld waaronder meubels, schilderijen en kunstwerken.



De flat is vandaag een tentoonstellingsruimte voor zowel permanente – als tijdelijke tentoonstellingen gewijd aan de relatie tussen Italië en buitenlandse kunstenaars uit de 19de, 20stee en 21ste eeuw.



Hendrik Christian Andersen (1872 – 1940) was een in Bergen (Noorwegen) geboren Amerikaanse beeldhouwer, schilder en stedenbouwkundige die in Rome woonde en stierf. Hij werd begraven op het Cimitero acattolico di Roma of ook cimitero degli Inglesi (of dei protestanti, of cimitero del Testaccio of degli artisti e dei poeti) in Testaccio vlak naast de piramide Cestia.

Hij emigreerde uit Noorwegen als kind met zijn familie naar Newport (Rhode Island). In 1893 reisde hij naar Europa om kunst te studeren en uiteindelijk vestigde hij zich voor de rest van zijn leven in Rome. Daar kwam hij in de gunst van andere kunstenaars en dankzij enkele rijke expats kon hij zijn werk voortzetten.



Uit zijn beeldhouwwerk, schilderijen en geschriften blijkt een grote passie voor monumentale en klassiek geïnspireerde werken die volgens hem bij de toeschouwer het verlangen naar zelfontplooiing stimuleren. Hij geloofde dat kunst en vooral monumentale kunst, vrede en harmonie in de wereld kon brengen. Via zijn kunst was hij constant op weg in een zoektocht naar een utopische wereld.


