Romewandeling Celio
Praktisch
Startpunt: metrohalte Circo Massimo
Eindpunt: metrohalte Colosseo
Afstand: 4 km
Beschrijving Romewandeling “Celio”
De Celio is een heuvel direct achter het Colosseum, een van de mystieke plaatsen van Rome. Hoewel we tegenwoordig nog weinig klimwerk moeten verrichten door de gestage ophoging van het dal doorheen de eeuwen, is dit de zuidelijkste van de oorspronkelijke zeven heuvels waarop de stad ooit gesticht werd.
Op het wapenschild van rione Celio staat een Afrikaans hoofd bekroond met gouden oren op een zilveren achtergrond. Een verwijzing naar de Afrikaanse legionairs op de Celio die geleid werden door Consul Scipione, ook bekend als “l’Africano”.

De naam Celio komt waarschijnlijk van Mons Querquetulanus wat eikenheuvel betekent. Ook vandaag kent de heuvel naast bebouwing nog tal van groene plekken zoals het park Villa Celimontana in het hart van het gebied. Andere bronnen vertellen dat de naam is afgeleid van de Etruskische strijder Celio Vibenna, één van de twee broers uit de Etruskische stad Vulci die Servius Tullius hielp de zesde koning van Rome te worden.
We starten aan de metrohalte Circo Massimo en volgen de tramsporen richting Colosseum. Aan de rechterkant zie je twee grijze zuilen, het is een herdenkingsmonument voor de slachtoffers van 9/11. We bevinden ons nu op de Piazza di Porta Capena, genoemd naar de voormalige stadspoort waar vandaag niets meer van overblijft.

Het gebouwtje aan de voet van de heuvel is de Casina La Vignola Boccapaduli . Vandaag onderdeel van het stadsarchief. Het is een mooi renaissance paviljoentje dat ooit op de site van de thermen van Caracalla stond en later hier wat verloren geplaatst werd. Een plaat op de zijkant vermeldt dat tijdens de oudheid hier de bron van Mercurius te vinden was.

Neem het straatje bergop tot op de Piazza di S. Gregorio. Het prominente gebouw boven de trappen is de basiliek S. Gregorio al Celio. Ook S. Gregorio Magno genoemd. Het gebouw aan de rechterkant is het klooster van de zusters van Naastenliefde, gesticht door de wereldbekende moeder Teresa die op de piazza met een buste vereerd wordt.

Als zij in Rome was, logeerde ze hier, je kunt op aanvraag haar kamertje nog bezoeken. Neem de trappen naar het atrium van de kerk. Gregorius was de vierenzestigste paus en bouwde hier kerk en klooster op de plaats van zijn voormalige woonst. We herkennen zijn naam nog in de Gregoriaanse gezangen. In de barokke kerk zie je een mooie cosmatenvloer, zijn marmeren bisschopszetel en het stenen kamertje waarin hij sliep. Via de kloostergang kan je een mooie oude kloosterapotheek bezoeken.

Neem buiten het deurtje halverwege de kerktrappen naar de drie oratoria. Deze gebedsruimten zijn gewijd (van links naar rechs) aan de heilige Barbara, Andreas en Sylvia. Het centrale gebouw is razend populair als trouwlocatie. In het linkergebouw zie je een enorme stenen tafel waar Gregorius dagelijks een maaltijd opdiende voor de armen.

De ruïne in een hoekje van het tuintje is de voormalige Biblioteca di Papa Agapito Primo uit de zesde eeuw.

Het aardige straatje bergop is de Clivio di Scauro, één van de weinige straten in Rome die amper gewijzigd is sinds de oudheid. De fraaie barokke poort aan je rechterkant is de toegang tot de bibliotheekruïne en werd gesponsord door kardinaal Borghese die we kennen van de befaamde Galleria.

In het straatje ontdek je met wat moeite een ijzeren deur die toegang geeft tot een kleine maar zeer interessante archeologische vindplaats: de Case Romane. Na de opgravingen dacht men het huis van de heiligen Giovanni en Paolo gevonden te hebben. Dit waren twee Romeinse officieren die in de vierde eeuw n.C. de marteldood stierven en in de kerk hierboven worden aanbeden. Later werd vastgesteld dat de ruimten deel uitmaken van verschillende Romeinse huizen en een steegje. Bewonder de mooie fresco’s met o.a. cupido’s in bootjes, heidense godinnen en gevleugelde jongelingen. Achterin is een bescheiden maar interessant modern museum met vondsten als aardewerk, amforen, een bronzen klos, benen naalden, olielampen en een eetlepel die uiteraard hier werden opgegraven.

Precies bovenop het museum staat de prachtige SS. Giovanni e Paolo. De kerk werd gesticht door de Romeinse senator Pammachius en is een eerbetoon aan de twee eerder genoemde onthoofde burgers die dienst weigerde en zo het symbool werden van alle dienstweigeraars ter wereld. Vandaag is de kerk – ondanks het nogal donkere interieur – zeer geliefd bij trouwende koppels. Vaak is het straatje en het voorplein afgeladen vol met chique auto’s en regent het er om de haverklap witte rijstkorrels.

Naast de fraaie romaanse campanile vind je via een ijzeren poort de antieke bogen van de Tempio del Divino Claudio. Dit was een enorm tempelcomplex gewijd aan keizer Claudius dat zich uitstrekte over het hele gebied tot aan het Colosseum. Jammer genoeg is er nog weinig van overgebleven en is het vandaag nog amper gekend.

Wandel de straat uit tot de de Arco di Dolabella, één van de antieke poorten uit de Servische muur die later werd opgenomen in het aquaduct van Claudius.

Via een deurtje aan je rechterkant kan je tijdens het weekend een bezoekje brengen aan de kerk S. Tommaso in Formis. Ooit stond hier een kerk met klooster en ziekenhuis maar enkel het kerkje is overgebleven. De orde der H. Drievuldigheid ontfermde zich over vrijgekochte slaven, armen, de zieken en pelgrims. Je kunt via een trapje het kamertje van de oprichter van de orde, S. Giovanni de Matha, bezoeken. Wanneer je de stadspoort uitloopt zie je aan je rechterkant een fraai dertiende -eeuws portaal met prachtige mozaïek waarop Christus is afgebeeld met een witte en zwarte slaaf.


De reusachtige antieke pyloon in het midden van de straat is een restant van het aquaduct van Nero dat het oudere aquaduct van Claudius omvat en geeft een goed idee van de reusachtige dimensies van deze antieke structuur die o.a. in de watervoorziening van het gouden huis van Nero moest voorzien. Onder de grond liepen hier trouwens nog drie andere aquaducten: Appia, Iulia en Marcia. Een grote stad als Rome had immers enorm veel water nodig.

Iets verderop ligt de bescheiden Piazza delle Navicella genoemd naar de antieke stenen boot die voor de S. Maria in Domnica ligt. Bewonder in deze zesde -eeuwse kerk de prachtige negende -eeuwse mozaïeken boven de apsis. We zien Christus en enkele apostelen en daaronder paus Paschalis I knielend aan de voeten van Maria die afgebeeld is als centrale figuur, ongewoon in die tijd.

Steek de straat over en meteen rechts vind je de toegang tot één van de merkwaardigste gebouwen in Rome, één van mijn favoriete kerken: de S. Stefano Rotondo uit 460 n.C. De kerk werd opgericht ter ere van de eerste martelaar Stefanus. De kerk heeft een ronde vorm zoals de naam suggereert en telt twee concentrische ringen die bovenin verlicht worden door tweeëntwintig vensters. Onder deze kerk werd een Mithrasheiligdom ontdekt. Niet enkel de architectuur is verbazend, ook de schilderijen op de muren belichten op een wel heel realistische wijze de marteldood van vele heiligen: ze worden gekookt, gespietst, onthoofd, opgehangen, gevierendeeld, opengereten, geroosterd en ga zo maar door… een ware nachtmerrie.

Net naast de S. Maria in Domnica zie je een sierlijke poort waardoor je het park Villa Celimontana kunt betreden. Vandaag is het een rustig openbaar stadspark met weinig bezienswaardigheden maar wel ideaal voor een picknick of om even te verpozen in de schaduwrijke tuinen. Je zal snel merken dat het park geliefd is bij de plaatselijke bevolking. Tijdens de zomermaanden kun je er regelmatig genieten van een jazzconcert. De villa in het park werd gebouwd door de familie Mattei.

Aan de linkerkant is er een antieke obelisk van farao Ramses II, ooit de enige Egyptische obelisk in privébezit. In de zestiende eeuw was het gebruikelijk dat pelgrims in de tuinen een snack kregen aangeboden. Naar verluidt aten er ooit zesduizend pelgrims tegelijk in de tuin. De villa is vandaag de zetel van de Società Geografica Italiana.

Wandel de drukke Via Celimontana bergafwaarts tot Via dei SS. Quattro. Sla hier rechts af en vervolg je weg tot je hoog bovenin de ruige contouren van de apsis van de SS. Quattro Coronati ziet, het lijkt wel een versterkte romaanse burcht. Tijdens de middeleeuwen hebben verschillende pausen zich in deze versterkte abdij verschanst om zich te beschermen tegen aanvallers. Deze twaalfde -eeuwse kerk is gewijd aan vier Romeinse soldaten die de marteldood stierven. Ze vervangt een oudere kerk uit de vierde eeuw die door de Noormannen werd verwoest. Bewonder de zeer oude fresco’s op de muren en trek dan aan de bel naast een deur in de noordelijke zijbeuk.

De conciërge laat je binnen in een sfeervol vierkant kloosterhof met een kleine centrale tuin en een 12de -eeuwse fontein, één van de oudste in Rome net als de fraaie romaanse campanile. Vind jij het gegraveerde antieke bordspel? Maar het mooiste onderdeel van het complex bevindt zich in een aparte kapel in de tweede binnenplaats.

Opnieuw trek je aan een bel maar deze keer verschijnt het gezicht van één van de zusters Augustinessen die hier woont. Ze vraagt je beleefd naar je bedoeling en opent de deur van het Oratorio di S. Silvestro na een kleine schenking. Nadat je een munt hebt achtergelaten kan je één van de mooist bewaarde fresco’s van Rome bewonderen. Het lijkt net een stripverhaal dat vertelt hoe paus Silvester de keizerlijke kroon ontvangt van Constantijn. Merk bij het verlaten van de kapel de vondelingentrommel op die in de muur is ingewerkt. Ongewenste kinderen werden op die manier toevertrouwd aan de Kerk.

Neem nu de lijnrechte Via di S. Giovanni in Laterano die links naar het Colosseum leidt. Rechts zie je de archeologische vindplaats Ludus Magnus. Dit was de hoofdzetel van de gladiatoren gebouwd door keizer Domitianus.